Gräns in het Nederlands vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

gräns:
- grens; landgrens; rijksgrens; begrenzing; limiet; scheidslijn; grensovergang; grensscheiding; grens van een land; landsgrens; beperking; restrictie; afgrendeling
Wiktionary:
- gräns → grens
- gräns → grens, limiet, perk, landsgrens

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor gräns (Zweeds) in het Nederlands

gräns (gränslinje)
de grens; de landgrens; de rijksgrens
- grens [de ~] zelfstandig naamwoord
- landgrens [de ~] zelfstandig naamwoord
- rijksgrens [de ~] zelfstandig naamwoord
gräns (gränslinje)
de grens; de begrenzing; de limiet
- grens [de ~] zelfstandig naamwoord
- begrenzing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- limiet [de ~] zelfstandig naamwoord
gräns (gränslinje)
de scheidslijn
- scheidslijn [de ~] zelfstandig naamwoord
gräns
de grens
- grens [de ~] zelfstandig naamwoord
gräns
de grensovergang
- grensovergang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
gräns (gränsområde)
grensscheiding
- grensscheiding [znw.] zelfstandig naamwoord
gräns (nationsgräns)
de landgrens; grens van een land; de landsgrens
- landgrens [de ~] zelfstandig naamwoord
- grens van een land [znw.] zelfstandig naamwoord
- landsgrens [de ~] zelfstandig naamwoord
gräns (inskränkning; begränsning)
de beperking; de restrictie
- beperking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- restrictie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
gräns (barriär; bom; avspärrning)
de afgrendeling
- afgrendeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afgrendeling	avspärrning; barriär; bom; gräns
begrenzing	gräns; gränslinje	staket; stängsel
beperking	begränsning; gräns; inskränkning	begränsad egenskap; begränsning; beränsade egenskaper för resurser; kriterium; restriktion; villkor
grens	gräns; gränslinje	bindning; gränslinje; gränsvärde; yttersta
grens van een land	gräns; nationsgräns
grensovergang	gräns
grensscheiding	gräns; gränsområde
landgrens	gräns; gränslinje; nationsgräns
landsgrens	gräns; nationsgräns
limiet	gräns; gränslinje	gränsvärde; yttersta
restrictie	begränsning; gräns; inskränkning	förehåll; klausul; reservation
rijksgrens	gräns; gränslinje
scheidslijn	gräns; gränslinje

gräns

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• gräns	→ grens	↔ border — the line or frontier area separating regions
• gräns	→ grens; limiet	↔ bound — boundary, border of territory
• gräns	→ limiet	↔ bound — mathematics: value greater (or smaller) than a given set
• gräns	→ grens	↔ limit — boundary
• gräns	→ grens	↔ Grenze — ein Rand eines Raumes und damit ein Trennwert, eine Trennlinie oder Trennfläche
• gräns	→ limiet	↔ Limit — Begrenzung, Grenze, Beschränkung
• gräns	→ grens; perk; landsgrens	↔ frontière — Les limites d’un état ou d’une contrée en tant qu’elles le séparer d’un autre état, d’une autre contrée.
• gräns	→ grens; perk	↔ limite — restriction ; point réel fini au-delà duquel on ne doit pas aller.