Gosse in het Nederlands vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

gosse:
- vriendin; hartsvriendin; kameraadje; maatje; gezel; jongeman; jonge knaap; jongeling; snuiter; baasje; klein kereltje
Wiktionary:
- gosse → tsjongejonge, jongens, jongen, knaap, jochie, joch, knul

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor gosse (Zweeds) in het Nederlands

gosse (hjärtevän; kamrat)
de vriendin; de hartsvriendin; het kameraadje; het maatje; de gezel
- vriendin [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- hartsvriendin [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- kameraadje [het ~] zelfstandig naamwoord
- maatje [het ~] zelfstandig naamwoord
- gezel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
gosse (grabb; pojke)
de jongeman; jonge knaap; de jongeling
- jongeman [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- jonge knaap [znw.] zelfstandig naamwoord
- jongeling [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
gosse (kille; gubbe; grabb)
de snuiter
- snuiter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
gosse (liten pojke; kille)
het baasje; het klein kereltje
- baasje [het ~] zelfstandig naamwoord
- klein kereltje [het ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
baasje	gosse; kille; liten pojke
gezel	gosse; hjärtevän; kamrat	kamrat; kompanjon; kompis; partner; polare; vän
hartsvriendin	gosse; hjärtevän; kamrat	bästa vän; förtrodd; nära vän
jonge knaap	gosse; grabb; pojke
jongeling	gosse; grabb; pojke
jongeman	gosse; grabb; pojke	yngling
kameraadje	gosse; hjärtevän; kamrat	kamrat; kompis; polare; vän
klein kereltje	gosse; kille; liten pojke
maatje	gosse; hjärtevän; kamrat	elev; kamrat; kompis; lärling; matjesill; polare; vän
snuiter	gosse; grabb; gubbe; kille
vriendin	gosse; hjärtevän; kamrat	hjärta; käraste; älskade; älskarinna; älskling

Cross Translation:

From	To	Via
• gosse	→ tsjongejonge; jongens	↔ boy — surprise or pleasure
• gosse	→ jongen	↔ lad — a boy
• gosse	→ jongen; knaap; jochie; joch	↔ Junge — männliches Kind
• gosse	→ knaap; joch; jongen; jochie	↔ Knabe — gehoben, veraltend, süddeutsch: Kind männlichen Geschlechts
• gosse	→ jongen; knaap; knul	↔ garçon — enfant ou adolescent mâle, par opposition à fille.