Overzicht


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor glitter (Zweeds) in het Nederlands

glitter:

glitter [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. glitter (gnista; flamma; blinkning)
    de flonkering
  2. glitter (glimmer)
    blinken
    • blinken [znw.] zelfstandig naamwoord
  3. glitter (glans; lyster)
    sprankelen; fonkelen; de glitter; de schittering; de fonkeling
  4. glitter (glans)
    de luister; schitteren; de glans
    • luister [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • schitteren [znw.] zelfstandig naamwoord
    • glans [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor glitter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blinken glimmer; glitter
flonkering blinkning; flamma; glitter; gnista
fonkelen glans; glitter; lyster
fonkeling glans; glitter; lyster gnistrande; sprudlande
glans glans; glitter glans; glöd; ljuskraft; polityr; pompa; prakt; sken; skimmer; stråle; ståt
glitter glans; glitter; lyster förgylld
luister glans; glitter pompa; prakt; ståt
schitteren glans; glitter
schittering glans; glitter; lyster fladdring; fläktning; svimning
sprankelen glans; glitter; lyster
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blinken flimra; glimma; glittra
fonkelen blänka; glimma; glittra; glänsa; gnistra; spraka; spritta; sprudla; tindra
schitteren blinka; blänka; glimma; glittra; glänsa; lysa starkare än; överglänsa
sprankelen bubbla; gnistra; pärla; spraka; spritta; tindra