Zweeds

Uitgebreide vertaling voor girighet (Zweeds) in het Nederlands

girighet:

girighet [-en] zelfstandig naamwoord

  1. girighet
    de hebzucht; de gretigheid; de hebberigheid
  2. girighet
    de inhaligheid
  3. girighet
    de geldzucht; hebgier
  4. girighet (snålhet; knusslighet)
    de schraperigheid; de schraapzucht
  5. girighet (rovgirighet; glupskhet)
    de roofzucht; roofgierigheid

Vertaal Matrix voor girighet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geldzucht girighet
gretigheid girighet frosseri; iver; ivrigt begär
hebberigheid girighet
hebgier girighet
hebzucht girighet
inhaligheid girighet
roofgierigheid girighet; glupskhet; rovgirighet
roofzucht girighet; glupskhet; rovgirighet
schraapzucht girighet; knusslighet; snålhet
schraperigheid girighet; knusslighet; snålhet

Wiktionary: girighet


Cross Translation:
FromToVia
girighet hebzucht; hebberigheid; inhaligheid avarice — excessive or inordinate desire of gain
girighet hebzucht; gulzigheid greed — selfish desire for more than is needed
girighet schraperigheid Geiz — heftiger Unwille etwas abzugeben
girighet giergigheid avariceattachement excessif à la possession d’argent, de richesses, sans en faire l’usage.

Computer vertaling door derden: