Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. gödsel:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor gödsel (Zweeds) in het Nederlands

gödsel:

gödsel [-en] zelfstandig naamwoord

  1. gödsel (skit; dynga)
    de mest
    • mest [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. gödsel (skit)
    de droesem; de drab; het grondsop; het dik; de moer; het bezinksel; het zetsel
    • droesem [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • drab [de ~] zelfstandig naamwoord
    • grondsop [het ~] zelfstandig naamwoord
    • dik [het ~] zelfstandig naamwoord
    • moer [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • bezinksel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • zetsel [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gödsel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bezinksel gödsel; skit avlagring; lämning; rest; sediment
dik gödsel; skit
drab gödsel; skit kaffesump; markinnehåll; smutsighet; svineri
droesem gödsel; skit avlagring; lämning; markinnehåll; rest; sediment
grondsop gödsel; skit avlagring; lämning; rest; sediment
mest dynga; gödsel; skit
moer gödsel; skit
zetsel gödsel; skit avlagring; lämning; rest; sediment
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dik ansenligt; diger; kraftigt; rätt stor; rätt stort; skrymmande; stadig; stadigt; stort; tjock; tjockt

Synoniemen voor "gödsel":


Wiktionary: gödsel


Cross Translation:
FromToVia
gödsel mest fertilizer — a natural substance that is used to make the ground more suitable for growing plants
gödsel mest manure — excrement
gödsel mest fumier — Mélange des litières (paille, foin, etc.) et des déjections liquides et solides... (Sens général).

Computer vertaling door derden: