Zweeds
Uitgebreide vertaling voor fult (Zweeds) in het Nederlands
fult:
-
fult (ful; oskönt; vidrigt; otäckt; otrevlig; otrevligt; otäck)
-
fult (vanskaplig; vanprydandet; ful; vanskapligt)
lelijk; verfoeilijk; onooglijk-
lelijk bijvoeglijk naamwoord
-
verfoeilijk bijvoeglijk naamwoord
-
onooglijk bijvoeglijk naamwoord
-
-
fult (otrevligt; oskön; otrevlig; oskönt)
lelijk; afstotend; onaantrekkelijk-
lelijk bijvoeglijk naamwoord
-
afstotend bijvoeglijk naamwoord
-
onaantrekkelijk bijvoeglijk naamwoord
-
-
fult (vidrig; vidrigt; monsteraktigt; ful)
misvormd; wanstaltig; monsterlijk; gedrochtelijk-
misvormd bijvoeglijk naamwoord
-
wanstaltig bijvoeglijk naamwoord
-
monsterlijk bijvoeglijk naamwoord
-
gedrochtelijk bijvoeglijk naamwoord
-