Zweeds
Uitgebreide vertaling voor fullt (Zweeds) in het Nederlands
fullt:
-
fullt (fullproppad; fyllt; stoppad; stoppat; proppat; utfylld; fullproppat; proppmätt)
-
fullt (packat; fullsatt; överfullt; överfull)
-
fullt (onyktert; onykter; berusat; påverkat; full)
aangeschoten; beneveld; beschonken; dronken-
aangeschoten bijvoeglijk naamwoord
-
beneveld bijvoeglijk naamwoord
-
beschonken bijvoeglijk naamwoord
-
dronken bijvoeglijk naamwoord
-
-
fullt (mättad; nöjd; mätt)
verzadigd; vol; volgegeten-
verzadigd bijvoeglijk naamwoord
-
vol bijvoeglijk naamwoord
-
volgegeten bijvoeglijk naamwoord
-