Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Nederlands ->Vertaal frysande

Vertaal frysande van Zweeds naar Nederlands

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

frysande:
- vriezend; onder nul; koudmakend; koel
frysa:
- bevriezen; tot ijs worden; invriezen; laten bevriezen; vriezen; stilzetten
Wiktionary:
- frysa → bevriezen, invriezen, vriezen, verstijven

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor frysande (Zweeds) in het Nederlands

frysande:

frysande bijvoeglijk naamwoord

frysande (frysandet)
vriezend; onder nul
- vriezend bijvoeglijk naamwoord
- onder nul bijvoeglijk naamwoord
frysande
koudmakend; koel
- koudmakend bijvoeglijk naamwoord
- koel bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor frysande:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
koel	frysande	affärsmässigt; distanserande; frisk; friskt; fräsch; fräscht; kallt; kylig; kyligt; kylt; luftigt; oberört; opåverkad; opåverkat; otillgänglig; otillgängligt; reserverat; sval; svalt; systematisk; systematiskt; överlägset
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
koudmakend	frysande
onder nul	frysande; frysandet
vriezend	frysande; frysandet

frysa:

frysa werkwoord (fryser, frös, frusit)

frysa
bevriezen; tot ijs worden
- bevriezen werkwoord (bevries, bevriest, bevroor, bevroren, bevroren)
- tot ijs worden werkwoord
frysa
invriezen; laten bevriezen
- invriezen werkwoord (vries in, vriest in, vroor in, vroren in, ingevroren)
- laten bevriezen werkwoord
frysa
vriezen
- vriezen werkwoord (vries, vriest, vroor, vroren, gevroren)
frysa
stilzetten
- stilzetten werkwoord (zet stil, zette stil, zetten stil, stilgezet)

Conjugations for frysa:

presens

fryser
fryser
fryser
fryser
fryser
fryser

imperfekt

frös
frös
frös
frös
frös
frös

framtid 1

kommer att frysa
kommer att frysa
kommer att frysa
kommer att frysa
kommer att frysa
kommer att frysa

framtid 2

skall frysa
skall frysa
skall frysa
skall frysa
skall frysa
skall frysa

conditional

skulle frysa
skulle frysa
skulle frysa
skulle frysa
skulle frysa
skulle frysa

perfekt particip

har frusit
har frusit
har frusit
har frusit
har frusit
har frusit

imperfekt particip

hade frusit
hade frusit
hade frusit
hade frusit
hade frusit
hade frusit

blandad

frys!
frys!
frusen
frysande

1. jag, 2. du/ni, 3. han/hon/den/det, 4. vi, 5. ni, 6. de

Vertaal Matrix voor frysa:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bevriezen	frysa
invriezen	frysa	frysning
laten bevriezen	frysa
stilzetten	frysa	bringa till stillastående
tot ijs worden	frysa
vriezen	frysa

Synoniemen voor "frysa":

förkyla

Wiktionary: frysa

Cross Translation:

From	To	Via
• frysa	→ bevriezen	↔ freeze — become solid due to low temperature
• frysa	→ bevriezen; invriezen; vriezen	↔ freeze — lower something's temperature to freezing point
• frysa	→ verstijven	↔ freeze — become motionless
• frysa	→ vriezen	↔ freeze — drop below zero
• frysa	→ bevriezen	↔ einfrieren — Hilfsverb sein: durch Gefrieren der flüssigen Bestandteile unbrauchbar werden
• frysa	→ bevriezen	↔ einfrieren — Hilfsverb haben: durch Absenken der Temperatur unter den Gefrierpunkt haltbar machen
• frysa	→ bevriezen	↔ gefrieren — (intransitiv) durch Kälteeinwirkung fest und hart werden, zu Eis erstarren
• frysa	→ vriezen	↔ geler — Durcir, rendre solide par le froid, transformer en glace. (Sens général).