Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. frost:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor frost (Zweeds) in het Nederlands

frost:

frost [-en] zelfstandig naamwoord

  1. frost (rimfrost)
    de rijp
    • rijp [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. frost (frostväder)
    het vriesweer; vorstweer

Vertaal Matrix voor frost:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rijp frost; rimfrost
vorstweer frost; frostväder
vriesweer frost; frostväder
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rijp färdigutvecklad; färdigutvecklat; moget; vuxen; vuxet

Wiktionary: frost

frost
noun
  1. aangevroren mist

Cross Translation:
FromToVia
frost rijp; rijm frost — cover of minute ice crystals
frost vorst frost — cold weather that would cause frost
frost vorst Frost — äußere, sowohl strenge als auch milde Kälte, die bei Temperaturen im Bereich unter null Grad Celsius, also unterhalb des Gefrierpunktes von Wasser, eintritt
frost vorst gel — Traductions à trier suivant le sens
frost vruchtengelei; dril; gelee; gelei; vorst gelée — météo|fr Froid qui glace l’eau et qui rend les corps plus rigides.

Verwante vertalingen van frost