Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Nederlands ->Vertaal frossande

Vertaal frossande van Zweeds naar Nederlands

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

frossande:
- gulzig; vraatzuchtig; onbeschoft etend; vretend
frossa:
- vreten; brassen; zwelgen; slempen; schransen

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor frossande (Zweeds) in het Nederlands

frossande:

frossande bijvoeglijk naamwoord

frossande
gulzig; vraatzuchtig
- gulzig bijvoeglijk naamwoord
- vraatzuchtig bijvoeglijk naamwoord
frossande (frossandet; slukandet; glupande; glupandet)
onbeschoft etend; vretend
- onbeschoft etend bijvoeglijk naamwoord
- vretend bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor frossande:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gulzig	frossande
vraatzuchtig	frossande
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
onbeschoft etend	frossande; frossandet; glupande; glupandet; slukandet
vretend	frossande; frossandet; glupande; glupandet; slukandet

frossande vorm van frossa:

frossa werkwoord (frossar, frossade, frossat)

frossa (äta glupskt; sluka)
vreten; brassen; zwelgen; slempen; schransen
- vreten werkwoord (vreet, vrat, vraten, gevreten)
- brassen werkwoord (bras, brast, braste, brasten, gebrast)
- zwelgen werkwoord (zwelg, zwelgt, zwolg, zwolgen, gezwolgen)
- slempen werkwoord (slemp, slempt, slempte, slempten, geslempt)
- schransen werkwoord (schrans, schranst, schranste, schransten, geschranst)

Conjugations for frossa:

presens

frossar
frossar
frossar
frossar
frossar
frossar

imperfekt

frossade
frossade
frossade
frossade
frossade
frossade

framtid 1

kommer att frossa
kommer att frossa
kommer att frossa
kommer att frossa
kommer att frossa
kommer att frossa

framtid 2

skall frossa
skall frossa
skall frossa
skall frossa
skall frossa
skall frossa

conditional

skulle frossa
skulle frossa
skulle frossa
skulle frossa
skulle frossa
skulle frossa

perfekt particip

har frossat
har frossat
har frossat
har frossat
har frossat
har frossat

imperfekt particip

hade frossat
hade frossat
hade frossat
hade frossat
hade frossat
hade frossat

blandad

frossa!
frossa!
frossad
frossande

1. jag, 2. du/ni, 3. han/hon/den/det, 4. vi, 5. ni, 6. de

Vertaal Matrix voor frossa:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
vreten		födande
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
brassen	frossa; sluka; äta glupskt
schransen	frossa; sluka; äta glupskt	förbruka; konsumera
slempen	frossa; sluka; äta glupskt
vreten	frossa; sluka; äta glupskt	fullproppa; fullstoppa; förbruka; konsumera; proppa; äta; äta upp; överäta
zwelgen	frossa; sluka; äta glupskt	glufsa i sig; svälja ner; vräka i sig

Computer vertaling door derden: