Fri in het Nederlands vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

fri:
- beschikbaar; vacant; disponibel; vrij; loos; zonder taak; losbandig; ongebonden; ongebreideld; bandeloos; onafhankelijk; vrijgegeven
Wiktionary:
- fri → los, vrij, kosteloos, gratis, kosteloze, verniet, loslopend, ongedwongen, vrije, voor niks

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor fri (Zweeds) in het Nederlands

fri (tillgänglig; fritt; till förfogandet; tillgängligt)
beschikbaar; vacant; disponibel
- beschikbaar bijvoeglijk naamwoord
- vacant bijvoeglijk naamwoord
- disponibel bijvoeglijk naamwoord
fri (fritt)
vrij; loos; zonder taak
- vrij bijvoeglijk naamwoord
- loos bijvoeglijk naamwoord
- zonder taak bijvoeglijk naamwoord
fri (befriad från bojor; befriat från bojor; fritt; obundet)
vrij; losbandig; ongebonden; ongebreideld; bandeloos
- vrij bijvoeglijk naamwoord
- losbandig bijvoeglijk naamwoord
- ongebonden bijvoeglijk naamwoord
- ongebreideld bijvoeglijk naamwoord
- bandeloos bijvoeglijk naamwoord
fri (oavhängig; oavhängigt; självständigt; fritt)
onafhankelijk
- onafhankelijk bijvoeglijk naamwoord
fri (frigiven; frigivet; utsläppt)
vrijgegeven
- vrijgegeven bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bandeloos	befriad från bojor; befriat från bojor; fri; fritt; obundet	laglös; laglöst
beschikbaar	fri; fritt; till förfogandet; tillgänglig; tillgängligt	tillgänglig
disponibel	fri; fritt; till förfogandet; tillgänglig; tillgängligt
loos	fri; fritt	borttappad; borttappat; förlorad; försvunnen; försvunnet; oanvänd; oanvänt; outnyttjat; tom; tomt
losbandig	befriad från bojor; befriat från bojor; fri; fritt; obundet	frivol; frivolt; lättsinnigt; otyglad; otyglat; utsvävandet; vidlyftig; vidlyftigt; ytlig; ytligt
onafhankelijk	fri; fritt; oavhängig; oavhängigt; självständigt
ongebonden	befriad från bojor; befriat från bojor; fri; fritt; obundet	ensamstående
ongebreideld	befriad från bojor; befriat från bojor; fri; fritt; obundet
vacant	fri; fritt; till förfogandet; tillgänglig; tillgängligt
vrij	befriad från bojor; befriat från bojor; fri; fritt; obundet	frankt; i frihet; ledig; rak; rakt; ärligt; öppen; öppet
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
vrijgegeven	fri; frigiven; frigivet; utsläppt
zonder taak	fri; fritt

ohejdad; oinskränkt; lössläppt; oförhindrad; ledig; liberal; lös; obehindrad; obunden; otvungen; självständig; independent

Cross Translation:

From	To	Via
• fri	→ los; vrij	↔ free — not imprisoned
• fri	→ kosteloos; gratis; kosteloze; verniet	↔ free — obtainable without payment
• fri	→ loslopend; los; vrij	↔ free — unconstrained
• fri	→ ongedwongen; vrij	↔ free — without obligations
• fri	→ vrije; vrij	↔ free — software: with very few limitations on distribution or improvement
• fri	→ voor niks; kosteloos; gratis	↔ gratis — ohne eine Bezahlung zu verlangen:
• fri	→ gratis	↔ umsonst — ohne Gegenleistung, ohne Geld bezahlen zu müssen