Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. främling:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor främling (Zweeds) in het Nederlands

främling:

främling [-en] zelfstandig naamwoord

  1. främling (utlänning)
    de buitenlander; de vreemdeling
    de allochtoon
    – een persoon van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren 1
  2. främling (utlänning)
    buitenlandse; de vreemdelinge

Vertaal Matrix voor främling:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
allochtoon främling; utlänning
buitenlander främling; utlänning
buitenlandse främling; utlänning
vreemdeling främling; utlänning obekant; okänd; okänd person
vreemdelinge främling; utlänning

Wiktionary: främling


Cross Translation:
FromToVia
främling vreemdeling alien — person, etc. from outside
främling vreemde stranger — person whom one does not know
främling vreemde inconnu — Une personne que l’on ne connait pas


  • 1Copyright 2001-2012 Interglot