Zweeds
Uitgebreide vertaling voor flyktigt (Zweeds) in het Nederlands
flyktigt:
-
flyktigt (snabbt; snabb)
vluchtig; kortstondig; terloops; haastig-
vluchtig bijvoeglijk naamwoord
-
kortstondig bijvoeglijk naamwoord
-
terloops bijvoeglijk naamwoord
-
haastig bijvoeglijk naamwoord
-
-
flyktigt (tillfällig; tillfälligt; förbipasserande)
losjes; terloops; in het voorbijgaan-
losjes bijwoord
-
terloops bijvoeglijk naamwoord
-
in het voorbijgaan bijvoeglijk naamwoord
-
-
flyktigt (tillfällig; otvungen; tillfälligt; oberört; lättvindit; otvunget; lättvindig)
informeel; vrijblijvend; voorlopig-
informeel bijvoeglijk naamwoord
-
vrijblijvend bijvoeglijk naamwoord
-
voorlopig bijvoeglijk naamwoord
-
-
flyktigt (flyktig; ombytligt; oberäkneligt; obeständigt; oberäknelig)
onvoorspelbaar; wispelturig; nukkig; grillig; onberekenbaar-
onvoorspelbaar bijvoeglijk naamwoord
-
wispelturig bijvoeglijk naamwoord
-
nukkig bijvoeglijk naamwoord
-
grillig bijvoeglijk naamwoord
-
onberekenbaar bijvoeglijk naamwoord
-
-
flyktigt (tillfällig; tillfälligt; kortlivad; kortlivat)