Overzicht
Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...
- fly:
-
Wiktionary:
- fly → ontsnappen, wegvluchten, vluchten, ontlopen, ontkomen, ontvluchten
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor fly (Zweeds) in het Nederlands
fly:
-
fly (flykta)
-
fly (springa; löpa; ila; ränna)
-
fly (springa bort; rymma; smita)
ervandoor gaan; zich uit de voeten maken; de plaat poetsen; hem smeren-
ervandoor gaan werkwoord (ga ervandoor, gaat ervandoor, ging ervandoor, gingen ervandoor, ervandoor gegaan)
-
zich uit de voeten maken werkwoord
-
de plaat poetsen werkwoord
-
hem smeren werkwoord
-
-
fly
-
fly (komma undan; bryta sig loss)
vluchten; wegkomen; ontvluchten; weglopen; ontsnappen aan; zich vrijmaken; ontkomen; wegrennen; ontglippen-
ontsnappen aan werkwoord
-
zich vrijmaken werkwoord
-
fly (fly undan)
vluchten; ontvluchten; ontsnappen; wegvluchten; uitwijken; ontkomen-
wegvluchten werkwoord
-
uitwijken werkwoord
Conjugations for fly:
presens
- flyr
- flyr
- flyr
- flyr
- flyr
- flyr
imperfekt
- flydde
- flydde
- flydde
- flydde
- flydde
- flydde
framtid 1
- kommer att fly
- kommer att fly
- kommer att fly
- kommer att fly
- kommer att fly
- kommer att fly
framtid 2
- skall fly
- skall fly
- skall fly
- skall fly
- skall fly
- skall fly
conditional
- skulle fly
- skulle fly
- skulle fly
- skulle fly
- skulle fly
- skulle fly
perfekt particip
- har flytt
- har flytt
- har flytt
- har flytt
- har flytt
- har flytt
imperfekt particip
- hade flytt
- hade flytt
- hade flytt
- hade flytt
- hade flytt
- hade flytt
blandad
- fly!
- fly!
- flydd
- flyande
1. jag, 2. du/ni, 3. han/hon/den/det, 4. vi, 5. ni, 6. de
Vertaal Matrix voor fly:
Synoniemen voor "fly":
Wiktionary: fly
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• fly | → ontsnappen | ↔ escape — to get free |
• fly | → wegvluchten; vluchten; ontsnappen | ↔ flee — to run away; to escape |
• fly | → ontlopen; ontkomen; ontvluchten | ↔ flee — to escape from |
• fly | → vluchten | ↔ fly — to flee |
• fly | → vluchten | ↔ fliehen — schnelles verlassen eines Ortes beispielsweise aufgrund befürchteter Gefahr |
• fly | → vluchten | ↔ flüchten — sich entfernen von einer drohenden Gefahr oder einer unangenehmen Situation |