Flitig in het Nederlands vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

flitig:
- actief; bedrijvig; bezig; nijver; druk; ijverig; vlijtig
Wiktionary:
- flitig → vlijtig, ijverig, betrouwbaar, bezig, toegewijd, onverdroten, naarstig, nijver, veelvuldig, leergierig

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor flitig (Zweeds) in het Nederlands

flitig (ihärdigt; idog; ihärdig; arbetsam; träget; nitiskt; idogt; arbetsamt)
actief; bedrijvig; bezig; nijver
- actief bijvoeglijk naamwoord
- bedrijvig bijvoeglijk naamwoord
- bezig bijvoeglijk naamwoord
- nijver bijvoeglijk naamwoord
flitig (flitigt; arbetssamt; företagsamt; arbetssam)
actief; bedrijvig; bezig; druk
- actief bijvoeglijk naamwoord
- bedrijvig bijvoeglijk naamwoord
- bezig bijvoeglijk naamwoord
- druk bijvoeglijk naamwoord
flitig (flitigt; nitisk; arbetsamt; nitiskt)
ijverig; vlijtig
- ijverig bijvoeglijk naamwoord
- vlijtig bijvoeglijk naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
druk		kostnader; pression; tryck; upplaga
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
actief	arbetsam; arbetsamt; arbetssam; arbetssamt; flitig; flitigt; företagsamt; idog; idogt; ihärdig; ihärdigt; nitiskt; träget	aktiv -t; arbetssam; dynamisk; dynamiskt; energiskt; idog; livlig; livligt
bedrijvig	arbetsam; arbetsamt; arbetssam; arbetssamt; flitig; flitigt; företagsamt; idog; idogt; ihärdig; ihärdigt; nitiskt; träget	arbetssam; idog
bezig	arbetsam; arbetsamt; arbetssam; arbetssamt; flitig; flitigt; företagsamt; idog; idogt; ihärdig; ihärdigt; nitiskt; träget	arbetssam; idog
druk	arbetssam; arbetssamt; flitig; flitigt; företagsamt	levande; mycket upptaget med; upptagen; upptaget
ijverig	arbetsamt; flitig; flitigt; nitisk; nitiskt
nijver	arbetsam; arbetsamt; flitig; idog; idogt; ihärdig; ihärdigt; nitiskt; träget
vlijtig	arbetsamt; flitig; flitigt; nitisk; nitiskt

Cross Translation:

From	To	Via
• flitig	→ vlijtig; ijverig; betrouwbaar	↔ assiduous — hard-working, diligent
• flitig	→ bezig	↔ busy — doing a great deal
• flitig	→ vlijtig; ijverig; toegewijd	↔ diligent — performing with intense concentration, focus, responsible regard
• flitig	→ vlijtig; ijverig	↔ hardworking — taking her work seriously and doing it well and rapidly
• flitig	→ ijverig; vlijtig	↔ industrious — hard-working and persistent
• flitig	→ onverdroten	↔ sedulous — persevering in business or in endeavors
• flitig	→ ijverig; bezig; naarstig	↔ eifrig — strebsam, fleißig
• flitig	→ bezig; naarstig	↔ emsig — fleißig, eifrig
• flitig	→ bezig; naarstig	↔ fleißig — unermüdlich, arbeitsam, strebsam
• flitig	→ ijverig; naarstig; nijver; vlijtig	↔ assidu — propre\|fr (figuré) Qui fait preuve d’assiduité.
• flitig	→ veelvuldig	↔ fréquent — Qui se reproduire souvent.
• flitig	→ leergierig	↔ studieux — Qui aime l’étude.