Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. festival:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor festival (Zweeds) in het Nederlands

festival:

festival [-en] zelfstandig naamwoord

  1. festival
    het festival; het feest
    • festival [het ~] zelfstandig naamwoord
    • feest [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor festival:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
feest festival ceremoni; fest; festlighet; firande; party; tillställning
festival festival

Synoniemen voor "festival":

  • karneval

Wiktionary: festival


Cross Translation:
FromToVia
festival festival festival — celebration