Förfall in het Nederlands vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

förfall:
- minder worden; afname; terugloop; val; daling; verval; verwording; afrotten; decadentie; verloedering; verlies van normen en waarden
Wiktionary:
- förfall → wegkwijning, verval

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor förfall (Zweeds) in het Nederlands

förfall (avtagande; nedgång)
minder worden; de afname; de terugloop; de val; de daling
- minder worden [znw.] zelfstandig naamwoord
- afname [de ~] zelfstandig naamwoord
- terugloop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- val [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- daling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
förfall (nedgång)
het verval; de verwording
- verval [het ~] zelfstandig naamwoord
- verwording [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
förfall (nedgång)
afrotten
- afrotten [znw.] zelfstandig naamwoord
förfall (dekadans; nedgång)
de decadentie; de verwording
- decadentie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- verwording [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
förfall (försämring; urartande)
de verloedering; verlies van normen en waarden
- verloedering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- verlies van normen en waarden [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afname	avtagande; förfall; nedgång	avtagning; bli mindre; förvärv; inköp; köp; minskning; uppköp
afrotten	förfall; nedgång
daling	avtagande; förfall; nedgång	avtagning; minskning; nerstigning
decadentie	dekadans; förfall; nedgång
minder worden	avtagande; förfall; nedgång	bli mindre
terugloop	avtagande; förfall; nedgång	atavism; avtagning; minskning
val	avtagande; förfall; nedgång	bakhåll; falla; fördärv; försåt; landa; nedfall; olycka; skyfall; störta; undergång
verlies van normen en waarden	förfall; försämring; urartande
verloedering	förfall; försämring; urartande
verval	förfall; nedgång	avtagande; dämpning; minskning
verwording	dekadans; förfall; nedgång	degeneration; degenerering; ruttnande; urartning
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afrotten		förfalla; försämras; ruttna
minder worden		avta; blekna; förfalla; förgå; gå ner; gå utför; göra mindre; korta in; krympa; minska; sjunka; sänka

Cross Translation:

From	To	Via
• förfall	→ wegkwijning; verval	↔ waste — decay