Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. färg:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor färg (Zweeds) in het Nederlands

färg:

färg [-en] zelfstandig naamwoord

  1. färg
    de verf
    • verf [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. färg (kolorit)
    de kleur; de toon; de tint; het kleurtje
    • kleur [de ~] zelfstandig naamwoord
    • toon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • tint [de ~] zelfstandig naamwoord
    • kleurtje [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. färg (färgsättning)
    de kleuring
    • kleuring [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  4. färg (färgämne; pigment)
    de kleurstof; het pigment
  5. färg (tinktur)
    de tinctuur
    • tinctuur [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor färg:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kleur färg; kolorit
kleuring färg; färgsättning
kleurstof färg; färgämne; pigment färgämne
kleurtje färg; kolorit
pigment färg; färgämne; pigment
tinctuur färg; tinktur
tint färg; kolorit nyans; skala av färger; ton
toon färg; kolorit intonation; klang; ljud; musikaliskt nottecken; not; timbre; ton; tonhöjd
verf färg

Synoniemen voor "färg":

  • pigmentering; kulör

Wiktionary: färg

färg
noun
  1. het onderscheid dat gemaakt wordt op basis van het verschil in golflengte van licht

Cross Translation:
FromToVia
färg kleur color — particular set of the visible spectrum
färg kleur color — spectral composition of visible light
färg verf; tjet paint — substance
färg kleur suit — card games: set of cards distinguished by color and emblems
färg verf FarbeMittel zum Anstreichen, Färben von Oberflächen und Stoffen
färg kleur Farbe — ein bestimmter Abschnitt des sichtbaren Lichts im Spektrum
färg kleur; tint couleur — Caractéristique de la lumière
färg verf peinture — Traductions à trier suivant le sens
färg nuancering; schakering; nuance; kleur teinte — peinture|fr nuance de couleur.

Verwante vertalingen van färg