Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. enfaldig:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor enfaldig (Zweeds) in het Nederlands

enfaldig:

enfaldig bijvoeglijk naamwoord

  1. enfaldig (lättlurad; lättlurat; lättroget; enfaldigt)
    lichtgelovig
  2. enfaldig (baklänges; avigt; enfaldigt)
    minderbegaafd

Vertaal Matrix voor enfaldig:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lichtgelovig enfaldig; enfaldigt; lättlurad; lättlurat; lättroget
minderbegaafd avigt; baklänges; enfaldig; enfaldigt

Synoniemen voor "enfaldig":


Wiktionary: enfaldig


Cross Translation:
FromToVia
enfaldig achterlijk; oerdom asinine — failing to exercise intelligence or judgment
enfaldig suf dämlich — (umgangssprachlich) abwertend: ausgesprochen dumm