Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. eker:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor eker (Zweeds) in het Nederlands

eker:

eker [-en] zelfstandig naamwoord

  1. eker (hjuleker)
    de spaak
    • spaak [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. eker (handspåk på fartygsratt)
    wielspaak; spaak van een fietswiel

Vertaal Matrix voor eker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
spaak eker; hjuleker
spaak van een fietswiel eker; handspåk på fartygsratt
wielspaak eker; handspåk på fartygsratt

Wiktionary: eker

eker
noun
  1. een staaf die de naaf en de velg van een wiel verbindt

Cross Translation:
FromToVia
eker spaak spoke — part of a wheel
eker spaake rayon — Baguette qui relie le moyeu à la jante de la roue.

Computer vertaling door derden: