Dom in het Nederlands vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

dom:
- zij; ze; men
- vonnis; veroordeling; vonnisspreking; uitspraak; oordeelvelling; vonnisvelling
Wiktionary:
- dom → dom, vonnis
- dom → kathedraal, berechting, vonnis, uitspraak, oordeel, veroordeling, zij, ze, sententie, judicium, spreuk, zinspreuk

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor dom (Zweeds) in het Nederlands

dom (omdöme)
het vonnis; de veroordeling
- vonnis [het ~] zelfstandig naamwoord
- veroordeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
dom (omdöme)
vonnisspreking
- vonnisspreking [znw.] zelfstandig naamwoord
dom (utlåtande)
de uitspraak; oordeelvelling; het vonnis
- uitspraak [de ~] zelfstandig naamwoord
- oordeelvelling [znw.] zelfstandig naamwoord
- vonnis [het ~] zelfstandig naamwoord
dom
de uitspraak; vonnisvelling
- uitspraak [de ~] zelfstandig naamwoord
- vonnisvelling [znw.] zelfstandig naamwoord
dom
het vonnis
- vonnis [het ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
oordeelvelling	dom; utlåtande
uitspraak	dom; utlåtande	artikulation; artikulering; meddelande; nyhet; tal; uttal
veroordeling	dom; omdöme	skyldig förklaring
vonnis	dom; omdöme; utlåtande
vonnisspreking	dom; omdöme
vonnisvelling	dom
zij		håll; kant; sida; sidentyg
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
men	de; dom
ze	dom
zij	dom

dom

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• dom	→ kathedraal	↔ Dom — großes Kirchengebäude
• dom	→ berechting	↔ Urteil — Entscheidung eines Gerichtes zur Streitklärung
• dom	→ vonnis; uitspraak; oordeel	↔ sentence — decision of a jury
• dom	→ veroordeling	↔ sentence — judicial order for punishment, conviction
• dom	→ zij; ze	↔ they — third-person plural pronoun
• dom	→ ze	↔ they — one, people, some people
• dom	→ sententie; vonnis; judicium; uitspraak; spreuk; zinspreuk	↔ sentence — apophtegme, maxime, opinion exprimée d’une manière dogmatique.