Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. detalj:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor detalj (Zweeds) in het Nederlands

detalj:

detalj [-en] zelfstandig naamwoord

  1. detalj (inte huvudfrågan; fråga av mindre vikt)
    de bijzaak
    • bijzaak [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. detalj (egenart; besynnerlighet)
    de detail; de bijzonderheid
  3. detalj (småsak; petitess; oväsentlighet)
    de kleinigheid; de bagatel; het akkefietje

Vertaal Matrix voor detalj:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
akkefietje detalj; oväsentlighet; petitess; småsak
bagatel detalj; oväsentlighet; petitess; småsak bagatell; futtighet; småsak
bijzaak detalj; fråga av mindre vikt; inte huvudfrågan
bijzonderheid besynnerlighet; detalj; egenart
detail besynnerlighet; detalj; egenart
kleinigheid detalj; oväsentlighet; petitess; småsak bagatell; en liten bit; futtighet; liten gåva; liten present; liten sak; obetydlighet; smula; småsak

Wiktionary: detalj


Cross Translation:
FromToVia
detalj kleinigheid; detail detail — something small enough to escape casual notice
detalj kleinigheid; detail detail — uncountable: a profusion of details
detalj detail touch — distinguishing feature
detalj detail Detail — Kleinigkeit, Einzelheit, auch: charakterisierendes Element
detalj bijzonderheid; detail; item détailchacun des parties qui concourent à la composition et à la formation d’un ensemble.

Verwante vertalingen van detalj