Uitgebreide vertaling voor dela ut (Zweeds) in het Nederlands
dela ut:
-
distribueren;
verdelen;
uitreiken;
ronddelen
-
distribueren
werkwoord
(distribueer, distribueert, distribueerde, distribueerden, gedistribueerd)
-
verdelen
werkwoord
(verdeel, verdeelt, verdeelde, verdeelden, verdeeld)
-
uitreiken
werkwoord
(reik uit, reikt uit, reikte uit, reikten uit, uitgereikt)
-
ronddelen
werkwoord
(deel rond, deelt rond, deelde rond, deelden rond, rondgedeeld)
-
verstrekken;
geneesmiddel toedienen;
toedienen;
ingeven;
geven
-
verstrekken
werkwoord
(verstrek, verstrekt, verstrekte, verstrekten, verstrekt)
-
-
toedienen
werkwoord
(dien toe, dient toe, diende toe, dienden toe, toegediend)
-
ingeven
werkwoord
(geef in, geeft in, gaf in, gaven in, ingegeven)
-
geven
werkwoord
(geef, geeft, gaf, gaven, gegeven)
-
verstrekken;
verlenen;
geven;
schenken
-
verstrekken
werkwoord
(verstrek, verstrekt, verstrekte, verstrekten, verstrekt)
-
verlenen
werkwoord
(verleen, verleent, verleende, verleenden, verleend)
-
geven
werkwoord
(geef, geeft, gaf, gaven, gegeven)
-
schenken
werkwoord
(schenk, schenkt, schonk, schonken, geschonken)
-
verdelen;
ronddelen;
uitreiken;
uitdelen;
rondgeven;
rondreiken
-
verdelen
werkwoord
(verdeel, verdeelt, verdeelde, verdeelden, verdeeld)
-
ronddelen
werkwoord
(deel rond, deelt rond, deelde rond, deelden rond, rondgedeeld)
-
uitreiken
werkwoord
(reik uit, reikt uit, reikte uit, reikten uit, uitgereikt)
-
uitdelen
werkwoord
(deel uit, deelt uit, deelde uit, deelden uit, uitgedeeld)
-
rondgeven
werkwoord
(geef rond, geeft rond, gaf rond, gaven rond, rondgegeven)
-
rondreiken
werkwoord
(reik rond, reikt rond, reikte rond, reikten rond, rondgereikt)
Conjugations for dela ut:
presens
- delar ut
- delar ut
- delar ut
- delar ut
- delar ut
- delar ut
imperfekt
- delade ut
- delade ut
- delade ut
- delade ut
- delade ut
- delade ut
framtid 1
- kommer att dela ut
- kommer att dela ut
- kommer att dela ut
- kommer att dela ut
- kommer att dela ut
- kommer att dela ut
framtid 2
- skall dela ut
- skall dela ut
- skall dela ut
- skall dela ut
- skall dela ut
- skall dela ut
conditional
- skulle dela ut
- skulle dela ut
- skulle dela ut
- skulle dela ut
- skulle dela ut
- skulle dela ut
perfekt particip
- har delat ut
- har delat ut
- har delat ut
- har delat ut
- har delat ut
- har delat ut
imperfekt particip
- hade delat ut
- hade delat ut
- hade delat ut
- hade delat ut
- hade delat ut
- hade delat ut
blandad
- dela ut!
- dela ut!
- delad ut
- delande ut
1. jag, 2. du/ni, 3. han/hon/den/det, 4. vi, 5. ni, 6. de
Vertaal Matrix voor dela ut:
Synoniemen voor "dela ut":
Computer vertaling door derden:
Verwante vertalingen van dela ut