Zweeds

Uitgebreide vertaling voor degenererade (Zweeds) in het Nederlands

degenererade:

degenererade zelfstandig naamwoord

  1. degenererade (urartade)
    de gedegenereerden; ontaarden

Vertaal Matrix voor degenererade:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gedegenereerden degenererade; urartade
ontaarden degenererade; urartade
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ontaarden degenerera; urarta; vansläktas; vara i verkligheten

degenererade vorm van degenerera:

degenerera werkwoord (degenererar, degenererade, degenererat)

  1. degenerera
    degenereren; achteruitgaan; verworden; verderven
    • degenereren werkwoord (degenereer, degenereert, degenereerde, degenereerden, gedegenereerd)
    • achteruitgaan werkwoord (ga achteruit, gaat achteruit, ging achteruit, gingen achteruit, achteruitgegaan)
    • verworden werkwoord (verword, verwordt, verwerd, verwerden, verworden)
    • verderven werkwoord (verderf, verderft, verdierf, verdierven, verdorven)
  2. degenerera (urarta; vansläktas)
    degenereren; achteruitgaan; ontaarden; verworden; verderven
    • degenereren werkwoord (degenereer, degenereert, degenereerde, degenereerden, gedegenereerd)
    • achteruitgaan werkwoord (ga achteruit, gaat achteruit, ging achteruit, gingen achteruit, achteruitgegaan)
    • ontaarden werkwoord (ontaard, ontaardt, ontaardde, ontaardden, ontaard)
    • verworden werkwoord (verword, verwordt, verwerd, verwerden, verworden)
    • verderven werkwoord (verderf, verderft, verdierf, verdierven, verdorven)
  3. degenerera (bli korrupt; avarta)
    verbasteren; vervormen
    • verbasteren werkwoord (verbaster, verbastert, verbasterde, verbasterden, verbasterd)
    • vervormen werkwoord (vervorm, vervormt, vervormde, vervormden, vervormd)

Conjugations for degenerera:

presens
  1. degenererar
  2. degenererar
  3. degenererar
  4. degenererar
  5. degenererar
  6. degenererar
imperfekt
  1. degenererade
  2. degenererade
  3. degenererade
  4. degenererade
  5. degenererade
  6. degenererade
framtid 1
  1. kommer att degenerera
  2. kommer att degenerera
  3. kommer att degenerera
  4. kommer att degenerera
  5. kommer att degenerera
  6. kommer att degenerera
framtid 2
  1. skall degenerera
  2. skall degenerera
  3. skall degenerera
  4. skall degenerera
  5. skall degenerera
  6. skall degenerera
conditional
  1. skulle degenerera
  2. skulle degenerera
  3. skulle degenerera
  4. skulle degenerera
  5. skulle degenerera
  6. skulle degenerera
perfekt particip
  1. har degenererat
  2. har degenererat
  3. har degenererat
  4. har degenererat
  5. har degenererat
  6. har degenererat
imperfekt particip
  1. hade degenererat
  2. hade degenererat
  3. hade degenererat
  4. hade degenererat
  5. hade degenererat
  6. hade degenererat
blandad
  1. degenerera!
  2. degenerera!
  3. degenererad
  4. degenererande
1. jag, 2. du/ni, 3. han/hon/den/det, 4. vi, 5. ni, 6. de

degenerera [-en] zelfstandig naamwoord

  1. degenerera
    de gedegenereerde; ontaarde

Vertaal Matrix voor degenerera:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
achteruitgaan bli svagare
gedegenereerde degenerera
ontaarde degenerera
ontaarden degenererade; urartade
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
achteruitgaan degenerera; urarta; vansläktas avta; blekna; förgå; gå utför; krympa; krympa tillbaka; minska; vara i avtagande
degenereren degenerera; urarta; vansläktas
ontaarden degenerera; urarta; vansläktas vara i verkligheten
verbasteren avarta; bli korrupt; degenerera
verderven degenerera; urarta; vansläktas depravera; försämra; korrumpera; pervertera
vervormen avarta; bli korrupt; degenerera förvandla; göra om; omforma; ommodellera; omorganisera; omskapa
verworden degenerera; urarta; vansläktas