Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. då:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor (Zweeds) in het Nederlands

då:

bijvoeglijk naamwoord

  1. dan
  2. omdat; aangezien; daar
  3. toentertijd; indertijd; destijds; toen; toenmaals
  4. alsdan
    • alsdan bijvoeglijk naamwoord
  5. (på den tiden)
    toendertijd

Vertaal Matrix voor :

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
daar ditåt; därborta; med detta i åtanke
dan
destijds
indertijd
toenmaals
toentertijd
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aangezien med detta i åtanke
alsdan
omdat emedan
toen som
toendertijd ; på den tiden

Synoniemen voor "då":


Wiktionary:


Cross Translation:
FromToVia
omdat; daar dakausal: aus folgendem Grund
destijds; toen damals — referenziert einen zurückliegenden Zeitpunkt oder eine zurückliegende Zeitspanne
toen dann — zu einem späteren Zeitpunkt oder einer späteren Zeitspanne in der baldigen Zukunft
toen then — at that time
dan then — in that case
als; wanneer when — at such time as
als; wanneer; zodra when — as soon as

Verwante vertalingen van