Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. chic:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor chic (Zweeds) in het Nederlands

chic:

chic bijvoeglijk naamwoord

  1. chic (trendig; chict; fashionabelt; )
    trendy; snel; hip; flitsend; vlot
    • trendy bijvoeglijk naamwoord
    • snel bijvoeglijk naamwoord
    • hip bijvoeglijk naamwoord
    • flitsend bijvoeglijk naamwoord
    • vlot bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor chic:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vlot träflotte
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hip chic; chict; fashionabel; fashionabelt; modernt; trendig; trendigt modern; modernt
snel chic; chict; fashionabel; fashionabelt; modernt; trendig; trendigt fort; modern; modernt
trendy chic; chict; fashionabel; fashionabelt; modernt; trendig; trendigt modern; modernt
vlot chic; chict; fashionabel; fashionabelt; modernt; trendig; trendigt brokig; flytande; flytandet; fort; modern; modernt; strömmandet; utan svårighet; vräkig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flitsend chic; chict; fashionabel; fashionabelt; modernt; trendig; trendigt brokig; modern; modernt; vräkig

Synoniemen voor "chic":