Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. cello:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor cello (Zweeds) in het Nederlands

cello:

cello [-en] zelfstandig naamwoord

  1. cello
    de violoncel; de cello
    • violoncel [de ~] zelfstandig naamwoord
    • cello [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. cello (violoncell)
    de basviool

Vertaal Matrix voor cello:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
basviool cello; violoncell
cello cello cell
violoncel cello

Wiktionary: cello


Cross Translation:
FromToVia
cello cello cello — musical instrument
cello cel; cello; violoncel violoncelle — (musique) Instrument à cordes frottées, en forme de gros violon, au registre des notes plus basses, que le musicien tient verticalement entre ses jambes, et dont il frotter les cordes avec un archet.