Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. brutet:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor brutet (Zweeds) in het Nederlands

brutet:

brutet bijvoeglijk naamwoord

  1. brutet (trasig; bruten; trasigt)
    gebroken; verbroken
  2. brutet (snodd; bruten)
    geknikt
  3. brutet (skadad; trasigt; bruten; skadat)
    beschadigd; kapot; gebarsten; stuk

Vertaal Matrix voor brutet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stuk artilleri; beståndsdel; bit; del; element; ingrediens; jättesensation; kanon; publikation; skrift; skådespel; tryckalster; underbar människa; vrålsnygg sak
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beschadigd bruten; brutet; skadad; skadat; trasigt
geknikt bruten; brutet; snodd
kapot bruten; brutet; skadad; skadat; trasigt bruten; degraderad; i bitar; i kras; kaputt; krossad; krossat; sönder; sönderslaget; trasig; trasigt
stuk bruten; brutet; skadad; skadat; trasigt bruten; degraderad; funkar ej; i bitar; i kras; kaputt; krossad; krossat; sönder; sönderslaget; trasig; trasigt
verbroken bruten; brutet; trasig; trasigt frånkopplad
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gebarsten bruten; brutet; skadad; skadat; trasigt
gebroken bruten; brutet; trasig; trasigt bruten; degraderad; dödstrött; i bitar; i kras; kaputt; krossad; krossat; sönder; sönderslaget; trasig; trasigt

Verwante vertalingen van brutet