Zweeds

Uitgebreide vertaling voor brist (Zweeds) in het Nederlands

brist:

brist [-en] zelfstandig naamwoord

  1. brist (avsaknad)
    de behoefte
    • behoefte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. brist (avsaknad)
    het gebrek; het gemis
    • gebrek [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gemis [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. brist (åkomma; last; krämpa)
    het kwaaltje
    • kwaaltje [het ~] zelfstandig naamwoord
  4. brist
    het gebrek; het tekort; het manco
    • gebrek [het ~] zelfstandig naamwoord
    • tekort [het ~] zelfstandig naamwoord
    • manco [het ~] zelfstandig naamwoord
  5. brist
    de schaarste
  6. brist
  7. brist (ofullkomlighet; ofullständighet)
    de tekortkoming
  8. brist (fel)
    de ontstentenis
  9. brist (avsaknad; knapphet)
    de schaarste; het gebrek; de schaarsheid; het tekort; de krapte
    • schaarste [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gebrek [het ~] zelfstandig naamwoord
    • schaarsheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • tekort [het ~] zelfstandig naamwoord
    • krapte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  10. brist (nöd; armod; obestånd)
    noodlijdendheid

Vertaal Matrix voor brist:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
behoefte avsaknad; brist
gebrek avsaknad; brist; knapphet bräcka; defekt; elände; fattigdom; fel; handikapp; maskindefekt; spricka
gemis avsaknad; brist
krapte avsaknad; brist; knapphet
kwaaltje brist; krämpa; last; åkomma
manco brist bräcka; spricka
noodlijdendheid armod; brist; nöd; obestånd
ontstentenis brist; fel
schaarsheid avsaknad; brist; knapphet
schaarste avsaknad; brist; knapphet
tekort avsaknad; brist; knapphet bankskuld; ränteskuld; underskott
tekortkoming brist; ofullkomlighet; ofullständighet
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
nulvoorraad brist

Synoniemen voor "brist":


Wiktionary: brist


Cross Translation:
FromToVia
brist tekort deficiency — Insufficiency
brist tekortkoming demerit — quality of being inadequate
brist tekort DefizitVerlust, Einbuße
brist gebrek; gemis Mangel — kPl.|: unzureichende Menge oder unzureichendes Ausmaß von etwas
brist gebrek MangelRecht: Fehler bzw. das Fehlen von zugesicherten Eigenschaften einer Sache oder eines Rechts
brist afwezigheid; euvel; gebrek; tekortkoming; gemis; tekort; manco; mankement insuffisanceétat de ce qui est insuffisant.
brist afwezigheid; euvel; gebrek; tekortkoming; gemis; tekort; manco; mankement manqueabsence, défaut, fait de manquer.
brist ontbering; afwezigheid; euvel; gebrek; tekortkoming; gemis; tekort; manco; mankement privationperte, absence, manque d’un bien, d’un avantage qu’on avait, ou qu’on devait, qu’on pouvait avoir.
brist afwezigheid; euvel; gebrek; tekortkoming; gemis; tekort; manco; mankement; ondeugd; beschadiging; defect; ontucht; zwijneaard vicedéfaut, imperfection grave qui rendre une personne ou une chose plus ou moins impropre à sa destination.

Verwante vertalingen van brist