Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. brand:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor brand (Zweeds) in het Nederlands

brand:

brand [-en] zelfstandig naamwoord

  1. brand (eld; flammor)
    het vuur; de brand; de fik
    • vuur [het ~] zelfstandig naamwoord
    • brand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • fik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. brand
    de brand
    • brand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor brand:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brand brand; eld; flammor
fik brand; eld; flammor
vuur brand; eld; flammor brasa; eldighet; fart; iver; passion; schvung; stockeld; vedeld

Synoniemen voor "brand":


Wiktionary: brand

brand
noun
  1. een lichtend verschijnsel dat onstaat wanneer iets verbrandt

Cross Translation:
FromToVia
brand vuur fire — oxidation reaction
brand brand fire — occurrence of fire in a certain place
brand brand Feuer — Vernichtung durch Flammen
brand vuur feu — Dégagement d’énergie calorifique par une combustion.
brand brand; vuurzee incendieréaction de combustion, feu non maîtriser dans le temps et l’espace conduisant à l’embrasement d’un édifice, d’une maison, d’une forêt, etc.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van brand