Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. bråte:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor bråte (Zweeds) in het Nederlands

bråte:

bråte [-en] zelfstandig naamwoord

  1. bråte (röra)
    de rotzooi; de puinhoop; de zooi; het zootje; de rommel; de troep; de bende; de puinzooi
    • rotzooi [de ~] zelfstandig naamwoord
    • puinhoop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zooi [de ~] zelfstandig naamwoord
    • zootje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • rommel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • troep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • bende [de ~] zelfstandig naamwoord
    • puinzooi [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bråte:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bende bråte; röra bunt; gäng; hord; ihop sättning; klan; kotteri; liga; massa; röra
puinhoop bråte; röra förvirring; kaos; oreda
puinzooi bråte; röra
rommel bråte; röra avfall; hushållsavfall; hushållssopor; ihop blandat; skräp; sopor
rotzooi bråte; röra avfall; oreda; röra; skräp; sopor
troep bråte; röra flock; folkmassa; folksamling; grupp; gäng; hop; hord; ihop blandat; ihop sättning; massa; oreda; röra
zooi bråte; röra
zootje bråte; röra förvirring; ihop blandat; kaos; oreda

Synoniemen voor "bråte":


Wiktionary: bråte


Cross Translation:
FromToVia
bråte puin rubble — the broken remains of an object, usually rock or masonry
bråte wirwar tangle — tangled twisted mass