Overzicht


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor bokslut (Zweeds) in het Nederlands

bokslut:

bokslut [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. bokslut (balans; saldo; tillgodohavande)
    het saldo
    • saldo [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. bokslut (balans; behållning; saldo)
    de activa; de baten; het tegoed; het bezit
    • activa [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • baten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • tegoed [het ~] zelfstandig naamwoord
    • bezit [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. bokslut (saldo; balans; behållning)
    het banktegoed
  4. bokslut (årsredovisning)
    jaarafschrift
  5. bokslut
  6. bokslut

Vertaal Matrix voor bokslut:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
activa balans; behållning; bokslut; saldo tillgång
banktegoed balans; behållning; bokslut; saldo
baten balans; behållning; bokslut; saldo fördelar
bezit balans; behållning; bokslut; saldo egendommar; tillgångar
financieel overzicht bokslut
jaarafschrift bokslut; årsredovisning
saldo balans; bokslut; saldo; tillgodohavande balans; kontosaldo
tegoed balans; behållning; bokslut; saldo
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
sluiting van de rekeningen bokslut

Wiktionary: bokslut


Cross Translation:
FromToVia
bokslut afsluiting Abschluss — das geplante (erfolgreiche) Ende von etwas

Verwante vertalingen van bokslut