Zweeds

Uitgebreide vertaling voor blyghet (Zweeds) in het Nederlands

blyghet:

blyghet [-en] zelfstandig naamwoord

  1. blyghet
    de beschroomdheid; de schroom
  2. blyghet
    de verlegenheid; de bedeesdheid; de timiditeit; de schroom; de geslotenheid; de schuwheid
  3. blyghet (försagdhet)
    de schuwheid; de eenkennigheid
  4. blyghet (rädsla; ängslighet)
    de schuchterheid
  5. blyghet (rodnad; blygsamhet; skygghet)
    bleuheid

Vertaal Matrix voor blyghet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedeesdheid blyghet
beschroomdheid blyghet
bleuheid blyghet; blygsamhet; rodnad; skygghet
eenkennigheid blyghet; försagdhet
geslotenheid blyghet
schroom blyghet förlägenhet
schuchterheid blyghet; rädsla; ängslighet
schuwheid blyghet; försagdhet
timiditeit blyghet
verlegenheid blyghet förlägenhet

Synoniemen voor "blyghet":


Computer vertaling door derden: