Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. blöt:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor blöt (Zweeds) in het Nederlands

blöt:

blöt bijvoeglijk naamwoord

  1. blöt (fuktigt)
    vochtig; humide; nat
    • vochtig bijvoeglijk naamwoord
    • humide bijvoeglijk naamwoord
    • nat bijvoeglijk naamwoord
  2. blöt (genomblöt; blötlagt; blötlagd; genomblött)
    doordrongen; vervuld; doortrokken

Vertaal Matrix voor blöt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nat vätska
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nat blöt; fuktigt fuktigt; regning; regningt; våt
vochtig blöt; fuktigt
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- blött
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
doordrongen blöt; blötlagd; blötlagt; genomblöt; genomblött
doortrokken blöt; blötlagd; blötlagt; genomblöt; genomblött
humide blöt; fuktigt
vervuld blöt; blötlagd; blötlagt; genomblöt; genomblött

Synoniemen voor "blöt":


Wiktionary: blöt


Cross Translation:
FromToVia
blöt doorweekt; doorweekte; klef soggy — soaked with liquid
blöt nat; vochtig wet — of an object: covered with or impregnated with liquid

Verwante vertalingen van blöt