Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. bindel:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor bindel (Zweeds) in het Nederlands

bindel:

bindel [-en] zelfstandig naamwoord

  1. bindel (bandage)
    het verband; zwachteling
  2. bindel (bandage; binda)
    het windsel
    • windsel [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bindel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verband bandage; bindel anknytning; band; förbindelse; förhållande; länk; relation; samband; sammanhang; steriliserad binda
windsel bandage; binda; bindel
zwachteling bandage; bindel

Wiktionary: bindel


Cross Translation:
FromToVia
bindel band band — strip of material wrapped around things to hold them together