Overzicht
Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...
- besluten:
-
Wiktionary:
- besluten → ingesteld, ingestelde
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor besluten (Zweeds) in het Nederlands
besluten:
-
besluten (bestämd)
beslist; vastberaden; gedecideerd; besluitvaardig; kordaat; resoluut-
beslist bijvoeglijk naamwoord
-
vastberaden bijvoeglijk naamwoord
-
gedecideerd bijvoeglijk naamwoord
-
besluitvaardig bijvoeglijk naamwoord
-
kordaat bijvoeglijk naamwoord
-
resoluut bijvoeglijk naamwoord
-
-
besluten (fastställd; beslutet; avgjort; fastställt; bestämt)
Vertaal Matrix voor besluten:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bepaald | avgjort; besluten; beslutet; bestämt; fastställd; fastställt | föreskriven; försett av pälare; ordinerad; pålad |
beslist | besluten; bestämd | beslutsamt; bestämd; bestämt; helt och hållet; helt säkert; i och för sig; obestridlig; obestridligt; otvivlat; resolut; sannerlig; sannerligt; säker; säkerligen; säkert; utan tvivel; verklig |
besluitvaardig | besluten; bestämd | |
gedecideerd | besluten; bestämd | |
kordaat | besluten; bestämd | beslutsamt; bestämd; bestämt; resolut |
resoluut | besluten; bestämd | |
vastberaden | besluten; bestämd | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
een zekere | avgjort; besluten; beslutet; bestämt; fastställd; fastställt |
Synoniemen voor "besluten":
Wiktionary: besluten
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• besluten | → ingesteld; ingestelde | ↔ set — intent, determined |