Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. besättning:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor besättning (Zweeds) in het Nederlands

besättning:

besättning [-en] zelfstandig naamwoord

  1. besättning (manskap)
    de bemanning
  2. besättning (personal)
    het personeel; de staf
    • personeel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • staf [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. besättning (arbetslag)
    de legers; de manschappen
    • legers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • manschappen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  4. besättning
    de veestapel

Vertaal Matrix voor besättning:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bemanning besättning; manskap
legers arbetslag; besättning
manschappen arbetslag; besättning
personeel besättning; personal personal
staf besättning; personal käpp; stav; stång; verkställande direktör
veestapel besättning kreatursbesättning

Synoniemen voor "besättning":


Wiktionary: besättning

besättning
noun
  1. de personen die het benodigde werk aan boord van een schip of vliegtuig verrichten

Cross Translation:
FromToVia
besättning bemanning BesatzungVerkehrswesen: die Gesamtheit aller Seeleute auf einem Boot, Schiff, Luftschiff, Raumschiff oder Flugboot bzw. diejenigen Angestellten einer Fluggesellschaft, die sich im fliegenden Flugzeug befinden

Verwante vertalingen van besättning