Zweeds
Uitgebreide vertaling voor bekvämt (Zweeds) in het Nederlands
bekvämt:
-
bekvämt
gemakzuchtig-
gemakzuchtig bijvoeglijk naamwoord
-
-
bekvämt (bekväm; angenämt; skön; behagligt; trevlig; trevligt; skönt)
comfortabel; gemakkelijk; geriefelijk; aangenaam-
comfortabel bijvoeglijk naamwoord
-
gemakkelijk bijvoeglijk naamwoord
-
geriefelijk bijvoeglijk naamwoord
-
aangenaam bijvoeglijk naamwoord
-
-
bekvämt (behaglig; behagligt)
gerieflijk-
gerieflijk bijvoeglijk naamwoord
-
-
bekvämt (lättsam; lättsamt; hygglig; hyggligt)
familiair; makkelijk in de omgang-
familiair bijvoeglijk naamwoord
-
makkelijk in de omgang bijvoeglijk naamwoord
-
-
bekvämt (behagligt; behaglig)
-
bekvämt (behaglig)
aangenaam; behaaglijk; knus-
aangenaam bijvoeglijk naamwoord
-
behaaglijk bijvoeglijk naamwoord
-
knus bijvoeglijk naamwoord
-
-
bekvämt (skönt; behaglig; behagligt)
-
bekvämt (bekväm)