Zweeds

Uitgebreide vertaling voor befrielse (Zweeds) in het Nederlands

befrielse:

befrielse [-en] zelfstandig naamwoord

  1. befrielse
    de bevrijding; de verlossing; de redding; de vrijmaking; de ontzetting
  2. befrielse
    bevrijden; loslaten
  3. befrielse (dispens; undvarande)
    de vrijstelling; de dispensatie; de ontheffing
  4. befrielse (avlastning; fullgörande; uttömning; urladdning)
    de decharge
  5. befrielse (kvitto; frigivning; avlossande)
    de kwijting
    • kwijting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor befrielse:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bevrijden befrielse
bevrijding befrielse
decharge avlastning; befrielse; fullgörande; urladdning; uttömning
dispensatie befrielse; dispens; undvarande
kwijting avlossande; befrielse; frigivning; kvitto
loslaten befrielse
ontheffing befrielse; dispens; undvarande
ontzetting befrielse bestörtning; förfäran; förskräckelse
redding befrielse
verlossing befrielse barnfödelse; lycka; sällhet
vrijmaking befrielse
vrijstelling befrielse; dispens; undvarande
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bevrijden befria; fria; frige; frigöra; göra fri
loslaten befria; frige; frigöra; lösge; släppa

Synoniemen voor "befrielse":


Wiktionary: befrielse