Avtal in het Nederlands vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

avtal:
- nederzetting; contacten; compromis; vergelijk; arrangement; regeling; genoegdoening; overeenstemmingen; akkoorden; contract
Wiktionary:
- avtal → afspraak, overeenkomst, goedkeuring, contract

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor avtal (Zweeds) in het Nederlands

avtal (bosättning; hemgård; sättning)
de nederzetting
- nederzetting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
avtal (kontrakt)
de contacten
- contacten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
avtal (fastställande; överenskommelse)
de compromis; het vergelijk
- compromis [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- vergelijk [het ~] zelfstandig naamwoord
avtal (arrangemang)
het arrangement; de regeling
- arrangement [het ~] zelfstandig naamwoord
- regeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
avtal (uppgörelse; bebyggelse; lösning; betalning; sättning; livränta)
de genoegdoening
- genoegdoening [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
avtal (överenskommelser; överenstämmelser)
de overeenstemmingen; de akkoorden
- overeenstemmingen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- akkoorden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
avtal
het contract
- contract [het ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
akkoorden	avtal; överenskommelser; överenstämmelser
arrangement	arrangemang; avtal	arrangemang; klassificering; rangordning; turordning
compromis	avtal; fastställande; överenskommelse
contacten	avtal; kontrakt
contract	avtal	jobb; kontrakt; ärende; överenskommelse
genoegdoening	avtal; bebyggelse; betalning; livränta; lösning; sättning; uppgörelse
nederzetting	avtal; bosättning; hemgård; sättning	bosätta sig
overeenstemmingen	avtal; överenskommelser; överenstämmelser
regeling	arrangemang; avtal	anspråks uppgöring; föreskrift; ordination; preskription; recept; stadgande; uppgörelse; åläggande; överenskommelse
vergelijk	avtal; fastställande; överenskommelse	uppgörelse

Cross Translation:

From	To	Via
• avtal	→ afspraak; overeenkomst; goedkeuring	↔ agreement — an understanding to follow a course of conduct
• avtal	→ contract	↔ agreement — legally binding contract enforceable in a court of law
• avtal	→ contract	↔ contract — agreement that is legally binding
• avtal	→ overeenkomst; contract	↔ Vertrag — rechtliche Vereinbarung zwischen mindestens zwei verschiedenen Partnern