Användning in het Nederlands vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

användning:
- toepassing; gebruik; aanwending; inzet; aanwenden; in gebruik nemen; behandeling; hantering; taalgebruik; consumptie; verbruik
Wiktionary:
- användning → gebruik, benutting, emplooi, nut

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor användning (Zweeds) in het Nederlands

användning (tillämpning)
de toepassing; het gebruik; de aanwending; de inzet
- toepassing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gebruik [het ~] zelfstandig naamwoord
- aanwending [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- inzet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
användning
de toepassing; het gebruik; de aanwending; aanwenden
- toepassing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gebruik [het ~] zelfstandig naamwoord
- aanwending [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- aanwenden [znw.] zelfstandig naamwoord
användning
in gebruik nemen
- in gebruik nemen [znw.] zelfstandig naamwoord
användning (bruk; utövande)
het gebruik; de aanwending; de behandeling; de hantering
- gebruik [het ~] zelfstandig naamwoord
- aanwending [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- behandeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- hantering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
användning (bruk)
het taalgebruik
- taalgebruik [het ~] zelfstandig naamwoord
användning (konsumtion; förbrukning)
de consumptie; het verbruik
- consumptie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- verbruik [het ~] zelfstandig naamwoord
användning (förbrukning)
het gebruik
- gebruik [het ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aanwenden	användning
aanwending	användning; bruk; tillämpning; utövande
behandeling	användning; bruk; utövande	behandlande; terapi
consumptie	användning; förbrukning; konsumtion
gebruik	användning; bruk; förbrukning; tillämpning; utövande	sed; vana
hantering	användning; bruk; utövande
in gebruik nemen	användning
inzet	användning; tillämpning	början; hängivenhet; insatser; lidelse; mål; målsättning; passion; spelpengar; syfte
taalgebruik	användning; bruk	språkanvändning
toepassing	användning; tillämpning	program; tillämpning
verbruik	användning; förbrukning; konsumtion	förbrukning; konsumtion
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aanwenden		använda; använda sig av; använda sig utav; applicera; bruka; nyttja; tillgodogöra sig

Cross Translation:

From	To	Via
• användning	→ gebruik; benutting; emplooi; nut	↔ employment — use, purpose
• användning	→ gebruik	↔ Gebrauch — Verwendung, Anwendung, Einsatz