Zweeds

Uitgebreide vertaling voor anbud (Zweeds) in het Nederlands

anbud:

anbud [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. anbud (förslag)
    de offerte; de prijsopgave
  2. anbud
    de aanbesteding
  3. anbud (förslag; erbjudande)
    het voorstel; de motie; de propositie; voorstel doen; het bod
    • voorstel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • motie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • propositie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • voorstel doen [znw.] zelfstandig naamwoord
    • bod [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor anbud:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanbesteding anbud
bod anbud; erbjudande; förslag bud
motie anbud; erbjudande; förslag göra ett förslag
offerte anbud; förslag förslag; offer; offererat pris; offergärd; offergåva; offert; uppskattning
prijsopgave anbud; förslag förslag; offererat pris; offert; uppskattning
propositie anbud; erbjudande; förslag göra ett förslag
voorstel anbud; erbjudande; förslag förslag; göra ett förslag; projektförslag
voorstel doen anbud; erbjudande; förslag göra ett förslag

Synoniemen voor "anbud":


Wiktionary: anbud


Cross Translation:
FromToVia
anbud bestek; prijsopgave quote — a summary of work to be done with a set price
anbud aanbod Angebot — Gesamtheit der Waren- und/oder Dienstleistungspaletten eines Gewerbetreibenden
anbud aanbieding AngebotBetriebswirtschaftslehre: Kaufvorschlag
anbud aanbieding; bod; aanbod; voorslag; voorstel; presentatie; uitvoering; voorstelling; optreden; offerte offreaction d’offrir.