Zweeds

Uitgebreide vertaling voor ända (Zweeds) in het Nederlands

ända:

ända [-en] zelfstandig naamwoord

  1. ända (slut)
    het end
    • end [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. ända (rest; stump; skottavla)
    de kolf; de greep
    • kolf [de ~] zelfstandig naamwoord
    • greep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ända:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
end slut; ända
greep rest; skottavla; stump; ända fast tag; fasttagande; fattning; grepp
kolf rest; skottavla; stump; ända
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
greep handtag

Wiktionary: ända


Cross Translation:
FromToVia
ända achterkant behind — rear, back-end
ända achterste; achterwerk behind — butt, buttocks
ända kont butt — buttocks
ända eindigen; einden; ophouden end — ergative, intransive: be finished, be terminated
ända hoofd head — topmost or leading part
ända achterwerk; achterste; achtereinde Hintern — menschliches Körperteil, auf dem gesessen wird
ända piek; topje; neus; punt; spits; tip; top; besluit; eind; einde; voleinding; beëindiging; end boutpartie extrême d’une chose.
ända aflaten; ophouden; stoppen; uitscheiden; wijken; afmaken; afsluiten; beëindigen; besluiten; uitmaken; voleindigen cesser — Discontinuer, arrêter, finir, interrompre, terminer.
ända aflopen; eindigen; ophouden; uitgaan; uitlopen; uitraken; verlopen; afmaken; afsluiten; beëindigen; besluiten; uitmaken; voleindigen finirachever, terminer, arriver à échéance, cesser, finaliser.
ända beëindigen; afbreken; opbreken; opheffen; staken; stelpen; stoppen; stopzetten; afmaken; afsluiten; besluiten; uitmaken; voleindigen terminerborner, limiter.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van ända