Zweeds

Uitgebreide vertaling voor ålder (Zweeds) in het Nederlands

ålder:

ålder [-en] zelfstandig naamwoord

  1. ålder
    de leeftijd
    • leeftijd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. ålder
    de eeuw; honderd jaar
  3. ålder
    de ouderdom
    • ouderdom [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. ålder (tidsräkning)
    de era; de jaartelling; de tijdrekening
  5. ålder (period)
    de periode; epoch; de epoche; het tijdperk; het tijdvak; de era; het tijdsgewricht; het tijdsverloop
    • periode [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • epoch [znw.] zelfstandig naamwoord
    • epoche [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • tijdperk [het ~] zelfstandig naamwoord
    • tijdvak [het ~] zelfstandig naamwoord
    • era [de ~] zelfstandig naamwoord
    • tijdsgewricht [het ~] zelfstandig naamwoord
    • tijdsverloop [het ~] zelfstandig naamwoord
  6. ålder (livslängd; livstid)
    de oudheid
    • oudheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ålder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eeuw ålder århundrade
epoch period; ålder
epoche period; ålder
era period; tidsräkning; ålder
honderd jaar ålder
jaartelling tidsräkning; ålder
leeftijd ålder
ouderdom ålder
oudheid livslängd; livstid; ålder
periode period; ålder period; tidsrymd
tijdperk period; ålder
tijdrekening tidsräkning; ålder
tijdsgewricht period; ålder
tijdsverloop period; ålder
tijdvak period; ålder

Wiktionary: ålder


Cross Translation:
FromToVia
ålder leeftijd; ouderdom age — part of the duration of a being or thing between its beginning and any given time
ålder era; tijdperk; tijd; epoch age — particular period of time in history
ålder era; tijdperk age — great period in the history of the Earth
ålder leeftijd; ouderdom âge — Période écoulée depuis la naissance

Verwante vertalingen van ålder