Overzicht
Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...
-
ärligt:
- fair; eerlijk; serieus; ernstig; werkelijk menend; frank; open; rechttoe; rondborstig; oprecht; fideel; trouwhartig; openhartig; ongeveinsd; zoet; lief; braaf; voorbeeldig; deugdzaam; rechtschapen; eerzaam; zedig; gemeend; onbedeesd; onbeschroomd; vrijpostig; vrijmoedig; stoutmoedig; niet beschroomd; onomwonden; onbewimpeld; ronduit; onverholen; vrij; vrijelijk; vrijuit; rechtdoorzee; openlijk
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor ärligt (Zweeds) in het Nederlands
ärligt:
-
ärligt (rättvis; sporstligt; ärlig; rättvist)
-
ärligt (äkta; ärlig)
serieus; ernstig; werkelijk menend-
serieus bijvoeglijk naamwoord
-
ernstig bijvoeglijk naamwoord
-
werkelijk menend bijvoeglijk naamwoord
-
-
ärligt (rättfram; uppriktig)
-
ärligt (ärlig)
rondborstig; eerlijk; oprecht; fideel; trouwhartig; openhartig-
rondborstig bijvoeglijk naamwoord
-
eerlijk bijvoeglijk naamwoord
-
oprecht bijvoeglijk naamwoord
-
fideel bijvoeglijk naamwoord
-
trouwhartig bijvoeglijk naamwoord
-
openhartig bijvoeglijk naamwoord
-
-
ärligt (ärlig)
-
ärligt (ärlig)
zoet; lief; braaf; voorbeeldig; deugdzaam-
zoet bijvoeglijk naamwoord
-
lief bijvoeglijk naamwoord
-
braaf bijvoeglijk naamwoord
-
voorbeeldig bijvoeglijk naamwoord
-
deugdzaam bijvoeglijk naamwoord
-
-
ärligt (uppriktig; öppen; öppet; uppriktigt)
oprecht; eerlijk; rechtschapen; open-
oprecht bijvoeglijk naamwoord
-
eerlijk bijvoeglijk naamwoord
-
rechtschapen bijvoeglijk naamwoord
-
open bijvoeglijk naamwoord
-
-
ärligt (respektabel; rent; artigt; aktansvärd; aktansvärt; respektabelt; ren)
-
ärligt (uppriktig; sant; sann; uppriktigt)
-
ärligt (frimodig; rakt; rak; frimodigt)
onbedeesd; onbeschroomd; vrijpostig; vrijmoedig; stoutmoedig; niet beschroomd-
onbedeesd bijvoeglijk naamwoord
-
onbeschroomd bijvoeglijk naamwoord
-
vrijpostig bijvoeglijk naamwoord
-
vrijmoedig bijvoeglijk naamwoord
-
stoutmoedig bijvoeglijk naamwoord
-
niet beschroomd bijvoeglijk naamwoord
-
-
ärligt (rakt; öppet; frankt; öppen; rak)
oprecht; open; onomwonden; onbewimpeld; ronduit; onverholen; vrij; openhartig; vrijelijk; vrijuit-
oprecht bijvoeglijk naamwoord
-
open bijvoeglijk naamwoord
-
onomwonden bijvoeglijk naamwoord
-
onbewimpeld bijvoeglijk naamwoord
-
ronduit bijwoord
-
onverholen bijvoeglijk naamwoord
-
vrij bijvoeglijk naamwoord
-
openhartig bijvoeglijk naamwoord
-
vrijelijk bijwoord
-
vrijuit bijwoord
-
-
ärligt (rakt; ärlig)
rechtdoorzee-
rechtdoorzee bijvoeglijk naamwoord
-
-
ärligt (rak; ärlig; rakt)
Vertaal Matrix voor ärligt:
Computer vertaling door derden: