Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. dröm:
  2. drömma:
  3. Wiktionary:
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. drom:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor dröm (Zweeds) in het Nederlands

dröm:

dröm zelfstandig naamwoord

  1. dröm
    de droom
    • droom [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor dröm:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
droom dröm

Synoniemen voor "dröm":


Wiktionary: dröm

dröm
noun
  1. beelden die men ziet wanneer men slaapt
  2. eeb gedachte waarvan met graag had gehad dat ze werkelijkheid weird

Cross Translation:
FromToVia
dröm droom dream — imaginary events seen while sleeping
dröm hoop; droom dream — hope or wish
dröm droom; dagdroom; wensdroom rêveassemblage subconscient d’images et d’idées, souvent incohérentes, parfois nettes et suivies, qui se présenter à l’esprit pendant le sommeil.

dröm vorm van drömma:

drömma werkwoord (drömmer, drömde, drömt)

  1. drömma
    dromen
    • dromen werkwoord (droom, droomt, droomde, droomden, gedroomd)
  2. drömma (grubbla; fundera)
    mijmeren
    • mijmeren werkwoord (mijmer, mijmert, mijmerde, mijmerden, gemijmerd)

Conjugations for drömma:

presens
  1. drömmer
  2. drömmer
  3. drömmer
  4. drömmer
  5. drömmer
  6. drömmer
imperfekt
  1. drömde
  2. drömde
  3. drömde
  4. drömde
  5. drömde
  6. drömde
framtid 1
  1. kommer att drömma
  2. kommer att drömma
  3. kommer att drömma
  4. kommer att drömma
  5. kommer att drömma
  6. kommer att drömma
framtid 2
  1. skall drömma
  2. skall drömma
  3. skall drömma
  4. skall drömma
  5. skall drömma
  6. skall drömma
conditional
  1. skulle drömma
  2. skulle drömma
  3. skulle drömma
  4. skulle drömma
  5. skulle drömma
  6. skulle drömma
perfekt particip
  1. har drömt
  2. har drömt
  3. har drömt
  4. har drömt
  5. har drömt
  6. har drömt
imperfekt particip
  1. hade drömt
  2. hade drömt
  3. hade drömt
  4. hade drömt
  5. hade drömt
  6. hade drömt
blandad
  1. dröm!
  2. dröm!
  3. drömd
  4. drömande
1. jag, 2. du/ni, 3. han/hon/den/det, 4. vi, 5. ni, 6. de

Vertaal Matrix voor drömma:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dromen drömma
mijmeren drömma; fundera; grubbla

Synoniemen voor "drömma":

  • fantisera

Wiktionary: drömma


Cross Translation:
FromToVia
drömma dromen dream — to hope, to wish
drömma dromen dream — see imaginary events while sleeping
drömma dromen; zich wanen rêver — Faire des rêves dormir. — note S’emploie absolument et intransitivement, ou transitivement en parlant de l’objet même du rêve.
drömma dromen; mijmeren; mediteren; nadenken; peinzen; zinnen songer — (vieilli) voir en songe, rêver.



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dröm (Nederlands) in het Zweeds

drom:

drom [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de drom (schare; kudde; massa; )
    flock; grupp; massa; hord
    • flock [-en] zelfstandig naamwoord
    • grupp [-en] zelfstandig naamwoord
    • massa [-en] zelfstandig naamwoord
    • hord [-en] zelfstandig naamwoord
  2. de drom (menigte; bende; schare; )
    massa; gäng; bunt; hord
    • massa [-en] zelfstandig naamwoord
    • gäng [-ett] zelfstandig naamwoord
    • bunt [-en] zelfstandig naamwoord
    • hord [-en] zelfstandig naamwoord
  3. de drom (mensenmassa; menigte; massa; troep)
    folkmassa; hop; folksamling

Vertaal Matrix voor drom:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bunt bende; drom; hoop; horde; massa; menigte; schare bos; bosje; bundel; dakstoel; schoof
flock drom; horde; kudde; massa; schaar; schare; troep
folkmassa drom; massa; menigte; mensenmassa; troep drukte; groep mensen; grote menigte; massa; menigte; toeloop; veel mensen; volksmenigte
folksamling drom; massa; menigte; mensenmassa; troep
grupp drom; horde; kudde; massa; schaar; schare; troep aantal personen bijeen; blaaskapel; categorie; classificatie; community; distributiegroep; distributielijst; factie; fanfare; fanfarekorps; gemeente; gezelschap; groep; groep mensen; groepering; harmonie; kapel; kernploeg; klasse; muziekkorps; partij; ploeg; suite; team; werkgroep
gäng bende; drom; hoop; horde; massa; menigte; schare bende; groep jongeren; horde; meute; partij; ploeg; team; troep
hop drom; massa; menigte; mensenmassa; troep achterbuurtvolk
hord bende; drom; hoop; horde; kudde; massa; menigte; schaar; schare; troep
massa bende; drom; hoop; horde; kudde; massa; menigte; schaar; schare; troep berg; hoop; kluit

Verwante woorden van "drom":


Wiktionary: drom


Cross Translation:
FromToVia
drom hop; mängd masseamas de plusieurs parties qui faire corps ensemble.