Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. den:
  2. öden:
  3. Wiktionary:
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. den:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor den (Zweeds) in het Nederlands

den:

den

  1. den (det)
    de

Vertaal Matrix voor den:

OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
de den; det
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
de det

Wiktionary: den

den
pronoun
  1. 3e persoon enkelvoud onzijdig

Cross Translation:
FromToVia
den hij; het it — subject — inanimate thing
den er; het it — object
den is ↔ it's — it is
den dat; die that — what is being indicated
den de; het the — article
den de; het the — used as an alternative to a possessive pronoun before body parts
den de; het the — stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention
den de; het the — with an adjectival noun, as in “the hungry” to mean “hungry people”
den het the — with a superlative
den het esPersonalpronomen 3. Person Neutrum Singular
den hem; 'm; haar; d’r; het le — Pronom masculin singulier accusatif de la troisième personne

öden:

öden zelfstandig naamwoord

  1. öden (märkliga händelser; skickelser)
    de lotgevallen; de avonturen

Vertaal Matrix voor öden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avonturen märkliga händelser; skickelser; öden äventyr
lotgevallen märkliga händelser; skickelser; öden
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avonturen riskera; tordas; våga; äventyra

Verwante vertalingen van den



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor den (Nederlands) in het Zweeds

den:

den [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de den (dennenboom)
    furuträd; gran; tall
    • furuträd zelfstandig naamwoord
    • gran [-en] zelfstandig naamwoord
    • tall [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor den:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
furuträd den; dennenboom
gran den; dennenboom spar; sparrenboom
tall den; dennenboom dennenboom; greneboom; grenen; grenenhout; grove den; grove spar; mastspar; pijnboom; pijnboomhout; sparrenboom

Verwante woorden van "den":

  • dennen

Wiktionary: den

den
noun
  1. Pinus soort naaldboom

Cross Translation:
FromToVia
den tall; fura pine — tree of the genus Pinus

Verwante vertalingen van den