Assistent: vertaling Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

assistent:
- assistent; hulp; secondant; helper; adjunct; assistente; knecht; hulpje
- adjunct; loco-
Wiktionary:
- assistent → assistent
- assistent → assistent

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

assistent:
- medhjälpare; assistent; biträde; EU-tjänsteman i kategori AST
Wiktionary:
- assistent → assistent
- assistent → assistent, biträde

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor assistent (Zweeds) in het Nederlands

assistent:

assistent [-en] zelfstandig naamwoord

assistent (medhjälpare; biträde)
de assistent; de hulp; de secondant; de helper
- assistent [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- hulp [de ~] zelfstandig naamwoord
- secondant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- helper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
assistent (adjunkt)
de adjunct
- adjunct [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
assistent (kvinnlig assistent)
de assistente
- assistente [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
assistent (hjälp; medhjälpare)
de knecht; het hulpje
- knecht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- hulpje [het ~] zelfstandig naamwoord

assistent bijvoeglijk naamwoord

assistent
adjunct; loco-
- adjunct bijvoeglijk naamwoord
- loco- bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor assistent:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
adjunct	adjunkt; assistent
assistent	assistent; biträde; medhjälpare	EU-tjänsteman i kategori AST
assistente	assistent; kvinnlig assistent
helper	assistent; biträde; medhjälpare
hulp	assistent; biträde; medhjälpare	avlastning; bistånd; handräckning; hjälp; hushållerska; manlig sjuksköterska; sjukskötare; socialhjälp; städhjälp
hulpje	assistent; hjälp; medhjälpare
knecht	assistent; hjälp; medhjälpare	betjänt; dräng; gårdskarl; hembiträde; jungfru; tjänare; tjänsteflicka
secondant	assistent; biträde; medhjälpare
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
adjunct	assistent
loco-	assistent	erättnings-; temporär; temporärt; tillfälligt

Synoniemen voor "assistent":

biträde; medhjälpare

Wiktionary: assistent

assistent

noun

een persoon die ondersteunt
- assistent → assistent

Cross Translation:

From	To	Via
• assistent	→ assistent	↔ assistant — person who assists
• assistent	→ assistent	↔ Assistent — meist akademisch vorgebildete Hilfskraft

Verwante vertalingen van assistent

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor assistent (Nederlands) in het Zweeds

assistent:

assistent [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de assistent (hulp; secondant; helper)
medhjälpare; assistent; biträde
- medhjälpare [-en] zelfstandig naamwoord
- assistent [-en] zelfstandig naamwoord
- biträde [-ett] zelfstandig naamwoord
de assistent
EU-tjänsteman i kategori AST
- EU-tjänsteman i kategori AST

Vertaal Matrix voor assistent:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
assistent	assistent; helper; hulp; secondant	adjunct; assistente; hulpje; knecht
biträde	assistent; helper; hulp; secondant	employé
medhjälpare	assistent; helper; hulp; secondant	handlangster; hulpje; knecht; medeplichtige; medeverantwoordelijke
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
EU-tjänsteman i kategori AST	assistent
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
assistent		adjunct; loco-

Verwante woorden van "assistent":

assistenten

Wiktionary: assistent

assistent

noun

een persoon die ondersteunt
- assistent → assistent

Cross Translation:

From	To	Via
• assistent	→ assistent	↔ assistant — person who assists
• assistent	→ assistent; biträde	↔ Assistent — meist akademisch vorgebildete Hilfskraft

Verwante vertalingen van assistent

arts-assistent

Zweedse en Nederlandse zoekresultaten voor: assistent

Uitgebreide vertaling voor assistent (Zweeds) in het Nederlands

assistent:

assistent [-en] zelfstandig naamwoord

assistent (medhjälpare; biträde)

assistent (adjunkt)

assistent (kvinnlig assistent)

assistent (hjälp; medhjälpare)

assistent bijvoeglijk naamwoord

assistent

Vertaal Matrix voor assistent:

Synoniemen voor "assistent":

Wiktionary: assistent

Verwante vertalingen van assistent

Uitgebreide vertaling voor assistent (Nederlands) in het Zweeds

assistent:

assistent [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de assistent (hulp; secondant; helper)

de assistent

Vertaal Matrix voor assistent:

Verwante woorden van "assistent":

Wiktionary: assistent

Verwante vertalingen van assistent