Overzicht
Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...
- neka:
-
Wiktionary:
- neka → weigeren, ontzeggen, braken, kotsen, overgeven, spugen, afkeuren, afwijzen, terugwijzen, vertikken, retourneren, terugbezorgen, terugsturen, heruitzenden, terugdringen, verdringen, weren, ontzenuwen, weerleggen, afslaan, verwerpen, wraken, nee zeggen tegen, vergooien, weggooien, wegwerpen, het oneens zijn, afstoten, verduwen, wegdringen, wegduwen, wegstoten, uitdrijven, verdrijven, verjagen, wegdrijven, wegjagen
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor neka (Zweeds) in het Nederlands
neka:
Conjugations for neka:
presens
- nekar
- nekar
- nekar
- nekar
- nekar
- nekar
imperfekt
- nekade
- nekade
- nekade
- nekade
- nekade
- nekade
framtid 1
- kommer att neka
- kommer att neka
- kommer att neka
- kommer att neka
- kommer att neka
- kommer att neka
framtid 2
- skall neka
- skall neka
- skall neka
- skall neka
- skall neka
- skall neka
conditional
- skulle neka
- skulle neka
- skulle neka
- skulle neka
- skulle neka
- skulle neka
perfekt particip
- har nekat
- har nekat
- har nekat
- har nekat
- har nekat
- har nekat
imperfekt particip
- hade nekat
- hade nekat
- hade nekat
- hade nekat
- hade nekat
- hade nekat
blandad
- neka!
- neka!
- nekad
- nekande
1. jag, 2. du/ni, 3. han/hon/den/det, 4. vi, 5. ni, 6. de
Vertaal Matrix voor neka:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
afkeuren | inte gilla | |
afwijzen | avvisande; nekande | |
weigeren | avvisande; nekande | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
afkeuren | avslå; misstycka; neka | avslå; avsäga; fördöma; förkasta; förneka; försmå; förvägra; uppsäga |
afwijzen | avböja; neka; refusera | avhålla sig; avslå; avstå; avsäga; avvisa; förkasta; förneka; försmå; förvägra; nerrösta; uppsäga |
veroordelen | avslå; misstycka; neka | döma; fördöma |
weigeren | avböja; neka; refusera | avvisa; neka blankt |
Synoniemen voor "neka":
Wiktionary: neka
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• neka | → weigeren; ontzeggen | ↔ deny — to not allow |
• neka | → braken; kotsen; overgeven; spugen; afkeuren; afwijzen; terugwijzen; vertikken; weigeren; retourneren; terugbezorgen; terugsturen; heruitzenden; terugdringen; verdringen; weren; ontzenuwen; weerleggen; afslaan; verwerpen; wraken; nee zeggen tegen; vergooien; weggooien; wegwerpen | ↔ rejeter — Traductions à trier suivant le sens |
• neka | → afslaan; afwijzen; verwerpen; weigeren; wraken; nee zeggen tegen; afkeuren; terugwijzen; vertikken; retourneren; terugbezorgen; terugsturen; heruitzenden; het oneens zijn; afstoten; verdringen; verduwen; wegdringen; wegduwen; wegstoten; uitdrijven; verdrijven; verjagen; wegdrijven; wegjagen | ↔ repousser — Pousser en arrière, rejeter ; faire reculer quelqu’un, écarter de soi quelque chose. |