Zweeds

Uitgebreide vertaling voor allmän (Zweeds) in het Nederlands

allmän:

allmän bijvoeglijk naamwoord

  1. allmän (vanligt; allmänt)
    gebruikelijk; gangbaar; gewoon; gemeen; normaal

allmän zelfstandig naamwoord

  1. allmän
    algemene

Vertaal Matrix voor allmän:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
algemene allmän
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gangbaar allmän; allmänt; vanligt allmänt; gängse; vanlig; vanligt
gebruikelijk allmän; allmänt; vanligt allmänt; gängse; vanlig; vanligt
gemeen allmän; allmänt; vanligt dum; dumt; dåligt; elak; elakt; falsk; falskt; låg; lågt; med onda avsikter; nedrigt; ont; otrevlig; otrevligt; rakare; skurkigt; skärande; slug; slugt
gewoon allmän; allmänt; vanligt alldaglig; alldagligt; allmänt; grått; gängse; normalt; ordinärt; regelrätt; trivial; trivialt; typiskt; van vid; vanlig; vanligt
normaal allmän; allmänt; vanligt normalt; regelrätt; typiskt; vanlig; vanligt

Synoniemen voor "allmän":


Wiktionary: allmän


Cross Translation:
FromToVia
allmän gewone; gewoon; gemene; gemeen common — mutual
allmän algemeen general — involving every part or member, not specific or particular
allmän voornaamste; hoofdzakelijke; hoofdzakelijk; belangrijkste; belangrijkst main — principal
allmän publiek; openbaar public — pertaining to people as a whole
allmän genereel; algemeen; generiek allgemein — überall
allmän genereel; algemeen; generiek generell — im Allgemeinen, allgemein verbindlich, immer gültig
allmän usueel landläufig — weit verbreitet, üblich
allmän algemeen; generaal généralcommun à tous les individus d’un genre, applicable à un très grand nombre de personnes ou de choses.

Verwante vertalingen van allmän